Geen oog voor koplopers

Je zou denken dat een bedrijf als De Goed Gevulde in Halle een modelbedrijf is in de moderne opvattingen van een duurzamer landbouw: extensief, geen kunstmest, geen pesticiden, de varkens worden met reststromen gevoerd, de band met de klant is zo kort mogelijk, dieren leiden een natuurlijk leven, ammoniak- en stikstofuitstoot is minimaal.
Op dit moment worden echter alle boeren over één stikstofkam geschoren. Ook boeren die alles met de beste bedoelingen deden, krijgen nu geen groen licht meer van de provincie. Inge Vleemingh van De Goed Gevulde in een interview in NRC van 19 februari: “We hadden de stikstofrechten van de oude stal van Heimen’s (Inges man) ouders. We konden daar weer 2.000 varkens neerzetten, maar dat zagen we niet zitten; 200 was genoeg. Het kromme van het beleid: Met 10 procent van de oude veestapel een gemengd bedrijf beginnen op een nieuwe locatie mocht niet. Wat toen nog wel mocht, was om in de lege oude stal weer tweeduizend varkens neer te zetten, en na twee jaar verhuizen naar de nieuwe locatie. We kozen voor extern salderen: in 2022 kochten we stikstofrechten van de buurman op onze nieuwe locatie. Die waren geldig, want hij had nog koeien in zijn stal. Van de rechten moest 30 procent worden afgeroomd. Ten bate van de natuur.”
Met een aanvraag voor 40 varkens konden ze starten. De vergunningsaanvraag voor de andere 160 is later gedaan. Met zo’n reductie van 90 procent doe je de samenleving en de natuur een plezier, zou je denken. En de toch al minimale stikstofdepositie van de varkens is een stuk lager dan van de koeien van de buurman waarvan de rechten zijn gekocht.
Maar van de provincie komt geen reactie meer op de tweede aanvraag. Het oude beleid is gesneuveld bij de rechter, en vervangend beleid is er niet. Alles zit op slot en op het provinciehuis ligt een flatgebouw aan onbehandelde vergunningaanvragen.
Het verhaal van Inge is illustratief: er wordt geen onderscheid gemaakt tussen boeren die actief aan verduurzaming werken en de boeren die nog niet zover zijn.
De huidige aanpak leidt ertoe dat de kleine boeren het loodje leggen. In bepaalde kringen wordt de extensieve, duurzame landbouw wel eens denigrerend als ‘Ot-en-Sien landbouw’ gekarakteriseerd. Dat voedt het beeld dat het beleid alleen oog heeft voor de grootschalige, industriële landbouw. Slow Food heeft niets tegen deze mooie, kleinschalige landbouwbedrijven. Integendeel, ze zijn beter voor de natuur, de (agro)biodiversiteit, de ondernemer, het platteland en de consument. Daarom verdienen ze ook in het stikstofbeleid een voorkeursbehandeling.
Voor wie een abonnement heeft op NRC: zie link.
Inge Vleemingh